donderdag 19 oktober 2023

Dood en verval

Het is even na vijven en de schemer heeft al ingezet als ik een harde klap hoor. Ik zit aan de eettafel op mijn vaste plek en lees over de laatste ontwikkelingen in de Gazastrook. Geschrokken kijk ik op. Op het raam zie ik een aantal modderige plekken en wat kleine veertjes. 'Oh nee', zeg ik hardop en ren naar de deur. Buiten zie ik hem liggen, of nee, haar, want het is een vrouwtjesmerel, mollig en zachtbruin met spikkels. 'Och, meisje toch', fluister ik. Ik denk dat ze dood is, ze ligt stil, oogjes dicht, pootjes gestrekt. Maar dan begint het pootje te trillen, de oogjes openen zich, het bekje ook, ze hijgt. Dit is misschien nog erger, denk ik, intern letsel, eerst een lijdensweg en dan toch, onvermijdelijk, de dood. Maar ze gaat overeind zitten, verdwaasd, en alsmaar hijgend. Met rust laten, las ik op de site van de Vogelbescherming. Mijn tuin is veilig. Omheind door schutting en dichte begroeiing en onder totalitair bewind van The Emperor die binnen op de vensterbank mijn gescharrel geïnteresseerd gadeslaat. 'Blijf maar rustig zitten', zeg ik met mijn aller-, allerliefste stem tegen de vogel. In het uur erna verwacht ik telkens haar dood te zien liggen in het gras, maar ze schuift langzaam op, door het natte gras naar de schutting, hipt voorzichtig wat rond, en op een gegeven moment is ze verdwenen. Opgelucht ga ik koken, maar niet nadat ik eerst een vel Bird Protection stickers heb besteld om mijn ramen wat minder raam te maken.

Het zijn sombere dagen, vind ik. Grijs en kil. Mijn met zoveel liefde opgekweekte planten hangen er nat en treurig bij, de blaadjes bruin en zompig. Ik twijfel of de lavendel beter af is in de kas of dat hij de slappe Hollandse winters wel aankan, maar ik besluit tot het eerste. Het seizoen van dood en verval is begonnen.

Om half 10 komt S thuis. Ze heeft een lezing bijgewoond van een echte moordenaar. Opgetogen, alsof het een aflevering van CSI betreft, vertelt ze zijn verhaal. 'Hoe zouden jullie mij berechten', had hij de studenten aan het eind van de avond gevraagd. 'Levenslang', had een jongen glashard geoordeeld, maar S' groepje van sociologen to be was minder streng geweest. Acht jaar, vonden ze, het doodsteken van je stiefvader die categorisch je moeder tegen de grond sloeg, viel immers onder verzachtende omstandigheden, zelfs met 37 steken.

Als S met de jongen naar boven verdwijnt, belt mijn zoon. "Je neemt toch geen Palestijnen in huis, hè ", vraagt hij. 
'Volgens mij was het een lijster', realiseer ik me plotseling. 'Geen merel, maar een lijster.' 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten