maandag 28 augustus 2023

Verhuizen

Verhuizen is verschrikkelijk. Dat weet iedereen die dit een keer gedaan heeft. Ik heb het 17 keer gedaan. Dus ik weet het 17 keer. Als het aan mij ligt verhuis ik dan ook nooit meer, of het moet naar die villa uit 1900 zijn die steeds in mijn dromen opdoemt, met zijn prachtige glas in lood ramen, de Louis Couperus erker en de 'salon en suite comme Colette', met oriëntaalse tapijten en kamerhoge palmen. Maar omdat ik vorige maand mijn deelname aan de Staatsloterij heb beëindigd, zal dit een droom blijven.

Bij elke verhuizing had ik meer ervaring en werd ik nog planmatiger dan de keer er voor, met nog meer lijstjes, meer dozen, meer stickers, maar elke keer liep het uit op dezelfde chaos. "Waar is de doos met het koffiezetapparaat", riep ik dan, "waar is de tas met noodondergoed?" En elke keer liet op de dag des oordeels de helft van de sjouwers het afweten, zodat mijn jongste broer zich toch weer een spitaanval moest tillen met het gevreesde witgoed.

In 2007 verhuisde ik naar mijn huidige woning, voor de eerste keer. Ik had 2 jaar alleen gewoond, samen met mijn kinderen maar zonder man, en die man bleek toch niet zo onmisbaar als ik had gehoopt, we gingen het opnieuw proberen. Ik maakte een keurig draaiboek, regelde bus en verhuizers, en kocht als een opnieuw verliefde puber fonkelnieuw beddegoed voor ons fonkelnieuwe bed. Op de dag zelf, het was een moordend hete zomerdag, kwam er welgeteld één verhuizer opdagen, ondanks zijn allesverzengende kater. Hij had de avond ervoor zoveel gezopen dat het zweet in een constante stroom van zijn gezicht liep. Niettemin bleef hij positief, al stond het kotsen hem nader dan het lachen, en wist zelfs nog enkele keren de door stress snel oplaaiende ruzies tussen mij en de man te sussen. "Je weet hoe hij is", zei hij meerdere malen, ondertussen zijn voorhoofd wissend met wat er ook maar binnen zijn bereik lag. Dat had ik zeker kunnen weten, bedacht ik me nog diezelfde avond, toen de man een scène maakte omdat hij vond dat mijn sportkleding te strak was geweest en dacht dat ik dit met opzet had gedaan om zijn vriend, de arme zwetende otter te verleiden bij 34 graden Celsius. Ach, dat waren nog eens tijden.

Er zouden nog 2 verhuizingen volgen voordat ik me in 2017 nogmaals in dit huis settelde, wederom gescheiden. Ik was er helemaal klaar mee. "Mijn verhuisdagen zijn voorbij", riep ik dan ook tegen mijn dochter toen ze de hare aankondigde. "Van twee hoog hier naar twee hoog daar, zonder lift, nee, ik ben te oud", zuchtte ik, "te zwak, te moe, bekijk het maar." "Komt goed", zei ze, vrienden genoeg die haar eeuwige loyaliteit nu eens konden terugbetalen.

Zaterdag gaat het gebeuren. De lijstjes zijn afgevinkt, de bus gehuurd, de dozen gepakt, de logeermandjes van de katten staan klaar, maar de dochter zit moedeloos op de bank, te midden van de chaos. "Ik weet het even niet meer," zegt ze. Het internet was niet verhuisd maar opgezegd door een overijverige medewerker, de tafel was nog steeds niet opgehaald, waar was toch de schaar en waarom had ze zo ontzettend veel kleren?! De sjouwers komen ook bij haar uit onverwachte hoek. Ik hoor onbekende namen van stoere jongens uit verre landen die niet terugdeinzen
 voor een beetje lichamelijke arbeid. De eigen kliek is verrassend uitgedund als er geen glazen drank geheven moeten worden maar zware dozen, want ook dat is een klassieker. Sommigen vermijden zelfs angstvallig de woorden 'hulp nodig' te laten vallen, stel dat ze ja zegt. Maar vader komt, in strakke sportkleding hoop ik, en ook Rami, Omar, ene Garlington, en buurman Joost staan paraat. "Het komt allemaal goed", zeg ik. "Ik maak schoon, je broer sluit alles aan en Jonne zet je kasten in elkaar. Oh, en zorg dat je flink wat lege supermarkttassen klaar hebt staan, voor al die laatste endjes chaos."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten