maandag 12 december 2022

Groene soep

Er is iets met een portret dat je recht in de ogen kijkt, of het nu een schilderij is of een foto. Een schilderij kan dan net wat meer toevoegen. Symboliek, mysterie, meer impressie en minder werkelijkheid. Zo'n schilderij zag ik zaterdag in het Van Gogh museum, waar een tijdelijke tentoonstelling werd gehouden van bekende en minder bekende werken van Gustav Klimt en enkele van zijn tijdgenoten. Ik kwam natuurlijk voor de Judith en de Waterslangen, maar bleef minutenlang staan bij "Hoofd van een dame en face", geschilderd in ca 1898 en aan Amsterdam uitgeleend door de Daniel Katz Gallery in Londen.
'Als een masker doemt dit gezicht op uit de duistere achtergrond', staat erbij. 'Klimt's manier van schilderen, diffuus en met subtiele kleurschakeringen, zorgt voor een onwerkelijke sfeer.'

Het is wellicht door dat diffuse licht tegen die donkere achtergrond, dat haar huid bijna lijkt op te lichten, met de brandende intensiteit van een teringpatiënte, als La Traviata's Violetta. Jonge ogen, helder en licht vochtig door een stil gedragen verdriet, wat denkt ze, wat ziet ze. Dat alles ging er niet zonder gevoel voor drama door me heen en ik liep die morgen nog een aantal keer terug alleen voor haar.

Nadat we nog even hadden geneusd in de museumshop, die kunst in zijn meest banale vorm verkocht, op bekers, pennen en sokken, en we ruzie hadden gemaakt met kluisjes die niet open wilden, liepen we rond het middaguur met zijn zessen over de Van Baerlestraat naar de woning van mijn broer, diep weggedoken in onze jassen en dassen. We zeiden niet veel, het was bitterkoud en de wind maakte onze wangen gloeiend koud. Kan dat? Ja, dat kan.

Binnen brandden de lichtjes in de kerstboom (een echte) en wreven we onze handen warm. Mijn broer liep bedrijvig heen en weer, vulde kopjes en glazen met koffie en perensap en polste ons eens of hij de cava al kon openen. 
"Nee, nee", riepen we.
"Nee, tis heus, ik drink niet meer."
"Tis te vroeg."
"Het mag niet van mijn dokter."
"Ik moet nog rijden."
"Tis mijn hart, zie je, mijn hart kan er niet meer tegen."

"Er is soep", zei de broer, toch enigszins teleurgesteld in zijn veel jongere broers en iets jongere zus.
"Groene soep".
En dat was fijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten