donderdag 10 januari 2019

De wachtkamer

Tegenover me zit een Afrikaanse jongen. Hij heeft een koptelefoon op, maar de muziek staat zo luid dat ik kan meegenieten. ‘Magic System, leuke muziek, zeg ik, als hij naar een volgend nummer scrollt. Hij kijkt me aan, zijn mond zakt open. Ik weet wat hij ziet. Een 60-jarige vrouw met een camel jas aan en parels in de oren, die gezellig meeknikt op de Ivoriaanse klanken van zijn tijd en plaats. Dan lacht hij breed zijn opvallend witte tanden bloot. Hij scrollt verder en laat me iets anders horen, op speaker. ‘Latifah’, zegt hij, ‘ook goed’. Ik knik welwillend, vooruit maar. Op dat moment komt zijn begeleider hem halen, een vrolijke zwarte meid met kraaltjes in haar gevlochten haar. Ze geeft hem een boks: ‘ik dacht even dat je niet zou komen’, zegt ze. Als hij opstaat, kijkt de jongen nog even naar mij en steekt een duim op. ‘Tot ziens mevrouw, goeie smaak’.

Een vrouw van mijn leeftijd komt binnen. Ze heeft het uiterlijk van een man. Bijna helemaal kaal, op wat pluizig vlas na, brede kaaklijn, verweerd gezicht, maar ze draagt overduidelijk geen bh en onder haar korte gymbroek steken twee magere, door psoriasis geplaagde benen in gehakte schoenen. Als ze gaat zitten, knikt ze me vriendelijk toe. De vrouw naast haar - zelfde leeftijd, maar het contrast kan niet groter zijn -, verplaatst haar in olijfgroene wol gestoken lijf zoveel mogelijk naar links en sluit haar benen, alsof de vrouw naast haar een directe bedreiging vormt voor haar maagdelijke moraal.

Ik ruik de volgende bezoekers al voordat ze hun intrede doen. De lucht van oud zweet en shag hangt als een aura om hen heen. Ze gaan tegenover elkaar zitten en zwijgen ijzig. De vrouw is zwaar, ik schat haar over de 120 kilo. Ze pakt een tijdschrift en slaat de pagina’s nijdig om. De man kijkt lusteloos voor zich uit, roert in zijn koffie en zucht onhoorbaar. Wat heb je gedaan jongen, denk ik.  

Het is bijna 3 uur en de wachtkamer is inmiddels vol. Voor de twee mannen van mediterrane origine is geen plaats meer en ze leunen zo cool mogelijk tegen de deurpost. Vader en zoon, zo te zien, ze hebben dezelfde krachtige, gebogen neus. Mijn dochter zou jou knap vinden, denk ik als ik naar de zoon kijk. Ik ook, besluit ik, maar ze kijken beiden met interesse naar het Engels sprekende meisje tegenover hen - opgeschoren slapen, piercings door neus, lip en wenkbrauw -, dat een zacht maar boos telefoongesprek voert.

Ik pak de Viva en blader gewoontegetrouw naar de Any Body rubriek, om me te verlustigen in het feit dat het altijd nog erger kan. Dan komt mijn dochter binnen. Ik ben klaar, zegt ze.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten