Ik zit in een Teamsgesprek als ineens mijn kat aan de andere kant van het raam verschijnt. Verbaasd kijkt hij naar binnen. U ook hier, lijkt hij te denken. 'What the F..', roep ik uit, wat mijn collega aan de andere kant van de cyberpandemic een schrikreactie ontlokt. De vensterbank is te hoog om de sprong te wagen, en te smal om te keren, dus de kat zet na enig diep denkwerk zijn lijf in z'n achteruit. Ik ruk mijn headset af en ren naar mijn slaapkamer om hem naar binnen te sleuren, maar het is niet nodig, hij is er al. Dat komt er nou van, van al dat frisse luchten vanwege de oprukkende aërosolen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten