donderdag 14 oktober 2021

Mooie mannen

Om tien uur stond P voor mijn deur. Knappe man toch, dacht ik, maar vooral heel aardig, en dat vind ik tegenwoordig veel belangrijker. Vijf minuten later kwam mijn zoon aanlopen, met stip nog steeds de mooiste man in mijn leven. We stapten in P's auto en reden naar Schroot & Co, een opkoper die ik eigenlijk had willen vermijden, maar ik had alle occasiondealers uit de omgeving inmiddels gezien, dus dit was mijn laatste hoop. Sinds de laatste keer dat ik er was, zeven jaar geleden, toen ik na de scheiding mijn eerste eigen barrel kocht, was er niet veel veranderd. Een onoverzichtelijk wagenpark, de mooiste auto's vooraan en het kerkhof achter het kantoor. Dit keer wist ik wat ik wilde en had ik ter ondersteuning niet 1 maar 2 mannen meegenomen, die nog enig verstand van motoren hadden ook. 'Heb je deze nog', vroeg ik aan Beun nummer 1. Zijn linkerhand bewoog de muis over de nep mahoniehouten tafel. 'Een erg gewild type', zei hij vlak. Op het scherm las ik dat ze hem 1 juli hadden binnengekregen.

Tijdens de proefrit hoorde P een ratel. Op een carpoolplaats dook hij onder de auto en constateerde mijn zoon dat de achterdeur nauwelijks opendraaide. Wel trok hij goed op, beter dan mijn wijlen Suzuki. 'Zit er garantie op', vroeg P aan Beun nummer 2 toen we weer achter het opgewreven fineer zaten. 'Tot aan het hek', zei deze. Hij had vermoeide en ongeïnteresseerde ogen in wat ooit het gezicht van een gehaaide verkoper moest zijn geweest. 'De uitlaat ratelt', zei P. 'Dat is makkelijk te repareren', zei de man, maar van de prijs ging geen cent af. 'Die deuren', zei zoon. 'Ja, da's een dingetje bij dit merk.' Intussen was ik zo moe van dit alles dat deze het maar moest worden. Dan maar een ratel, een knak, en een dingetje. Maar mijn zoon zag mijn twijfel en zei: 'Ik denk dat je er nog even over wil nadenken.' Ik knikte.

Even later zoefden we naar het stadje N. Daar stond bij een Volvo dealer een Chevrolet. Met airco, elektrische ramen, centrale vergrendeling met afstandsbediening en 5 deuren. En ook nog eens een mooie donkergrijze kleur en maar 65.000 op de teller, waarschijnlijk allang verkocht, dacht ik moedeloos. 

N heeft stadsrechten, maar is feitelijk een dorp en ligt net op de biblebelt. Het is een hele andere plek dan de stad A. In N zijn de mensen aardig. Ze wassen zich en spreken met 2 woorden. Dus toen we de fris geurende en hoogglanzende showroom binnenliepen en een twee meter lange verkoper in een marineblauw pak ons welkom heette en koffie aanbood uit echte kopjes, voelde ik me ter plekke zowel de koningin van de dag als een aangewaaide dakloze in mijn fleecevest. De man vertrok geen spier bij het zien van het zooitje ongeregeld dat zich een weg baande door de rij glimmende Volvo's die gemiddeld niet minder deden dan een ton. Ik neem 'm, wilde ik roepen, zo mooi waren zijn blauwe ogen. Zelfs mijn mannelijk gevolg was gevloerd door zoveel charme, maar vond een proefritje toch wel verstandig. 'Ik neem 'm', riep ik na 10 meter over het asfalt, toen ik de oude vertrouwde Chevrolet slash Daewoo koppeling onder mijn voeten voelde. 

Nee, natuurlijk hoefden we niet naar de Plus om de auto op onze naam te zetten, dat deed hij voor ons, zei D even later, want dat was zijn naam.. D. Minutieus legde hij de gang van zaken uit, hoe de auto geregistreerd stond, waar je op moest letten, wat er in het contract stond. Ik zag zijn mond bewegen, zijn hartelijke lach, en was verliefd. 'U bent zo knap, ik heb geen idee wat u mij zojuist verkocht heeft, ik had op alles ja gezegd', zei ik. Meestal schaamt mijn zoon zich op zo'n moment kapot, maar hij was ook verliefd, en P. ook. We lachten eensgezind.

'Leuk autootje', zuchtte ik toen we weer buiten stonden. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten