zaterdag 16 oktober 2021

Flex

In de Volkskrant lees ik dat een journalist de tekst van het nummer Nori* dat Ronnie Flex voor zijn dochter schreef zo liefdevol vindt dat het pijn doet. Dat wekt mijn interesse en is ook meteen de reden waarom ik uren nodig heb voor de zaterdagkrant. Zo weet ik sinds gisteravond ook dat Caroline van Brandenburg-Ansbach, de vrouw van George II, gruwelijk aan haar eind kwam, want met Wikipedia heb ik hetzelfde: van het één komt het ander.

De tekst is gauw gegoogled, maar dat is het dan ook. Ik begrijp er he-le-maal niets van. Alsof het in het Tigrinya is geschreven, zo onbegrijpelijk is het voor me. Aardige jongen, die Ronnie, dat had ik al eerder geconstateerd en hij zal vast heel veel van zijn dochtertje houden, maar waarom hij haar bitch noemt, Jay-Z zal het weten. Ineens voel ik me oud. Of eigenlijk niet ineens, het kwelt me al de hele week. Bij First Dates zag ik een hele oude mevrouw dineren met een hele oude meneer. Ze had een grijs permanentje, en leek uit de eeuw van mijn oma te komen. Vijfenzeventig, dacht ik. Minstens. Was ze godsallemachtig 62. Mijn leeftijd, hè. Tweeënzestig! Met dat besef kwam ook de schaamte. Dat ik nog durfde te flirten met mannen van in de veertig, het was een schande. Ik was vast al maanden, nee járen, de risee van mijn omgeving. Wat zij zagen was een oude dame. Die steeds vaker coltruien draagt om de almaar slapper wordende hals te verhullen, stiekem thuis op platte schoenen loopt en bij het afdalen van de trap zich voor de zekerheid toch maar vasthoudt aan de leuning. Och, mocht ik een man zijn, ik zou direct een baard kweken, een hoedje opzetten en pijp roken. Met mijn stevige Timberlands zou ik onbevreesd de trap afdalen, met zonder handen zelfs. 

Jong van geest blijven is niet eenvoudig, maar je moet het blijven proberen, zeg ik altijd. Bij alles wat je roept over regering, gender, immigratie,  slavernij en hedendaagse kunst en cultuur, moet je je afvragen of je niet ergens in de jaren 10 bent blijven steken in je ontwikkeling. Blijf luisteren, lezen, studeren.
'Wat zei je', vraag ik daarom aan S als ze een hippe uitdrukking bezigt. 'Laat maar', zei ze gisteren. 'Niet belangrijk'.
'Nee! Nee! Ik wil het weten, zeg het me!', kreet ik.

De laatste stuiptrekkingen, noem ik dit. Want ergens houdt het op, hip zijn dan. Of zoals Ronnie het zegt: ik wil niet zo'n man van veertig zijn met blauw haar.



* Nawoord: het nummer dat de journalist in kwestie bedoelde heet 'Altijd Samen' en niet 'Nori'. Ik las de verkeerde tekst. Goddank.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten