zaterdag 25 januari 2020

Badderen

‘Ik moet sporten’, zei mijn dochter. Nu er geen ruimte meer was voor paarden, de sportschool als saai en onpersoonlijk was afgevoerd en  hardlopen een te eenzame bezigheid was, was ze op zoek naar een nieuwe manier van bewegen. Want sporten moet. Als hedendaagse fitgirl. Het houdt je slank en gespierd en het geeft je wat te doen als je vriendinnen werken of bij hun vriendje zitten. 

Voor S is het extra belangrijk: de combinatie van diabetes en overgewicht vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Sporten dus, maar wat. Ik opperde Zumba, maar dat was suf. ‘En hockey, mam, dat wil jij echt niet, dan heb je bar- en taxidienst.’ Tennissen was geen optie, want ze miste ervaring en als S iets gaat doen, ziet ze al de gouden medailles aan de muur schitteren. 'Zwemmen?', vroeg ik. We wonen naast een zwembad, je hebt er geen abo voor nodig, je mag een leuk pakkie aan en het is goed voor zo’n beetje alles. Na een half uur was t beklonken. Ze zou gaan zwemmen en ik moest mee. Te beginnen de volgende ochtend om 9 uur. Ik keek bedenkelijk, maar kon zo gauw geen goed excuus bedenken, ik had geen sociale verplichtingen, ik zou niet drinken die avond en was al jaren te dik en ongezond.

Om 8 uur ging de wekker. Nee, kreunde ik en draaide me nog eens om. Maar de kat wist nu dat ik wakker was en wakker, dat betekende een bakje ‘Sheba Mini Filets’ en erna een robbertje vechten met die zwart-witte van 3 huizen verder. Ik stommelde naar mijn kledingkast, trok een la open en rommelde net zo lang tot ik een badpak vond. Het slobberde inmiddels een beetje, maar ik zag er nog steeds uit als een broodje bal, of zoals mijn dochter die ochtend zou zeggen: ‘als een appel op pootjes’. Beneden at ik snel een boterham en stapte erna in mijn auto, want ook al is het zwembad letterlijk 500 meter verder, je kunt overdrijven.

In het zwembad zochten we tevergeefs naar een muntje van 20 cent voor het kluisje. Alleen gepast geld, stond er. ‘Dat wordt wisselen bij de kassa’, zei ik. We keken elkaar aan. S met een blik van ‘denk je nou echt dat …’, dus daar ging ik, het oude en koude witte lijf bedekkend met een roze gestreept badlaken, en sloot achteraan de rij huisvaders in winterjassen met lawaaiig grut aan de hand.

Er werd hevig gestaard. Niet omdat ik zo’n hete babe ben, maar omdat er regels gelden in een zwembad. Voor het poortje een gewatteerde winterjas en zondagochtendchagrijn, na het poortje in bibberend badpak en Bristol slippers. Eenmaal in het water zijn er ook regels. In de ene baan heen, in de andere terug. Er mag niet worden geroepen of gescholden. Ook niet naar 73-jarige Coby en haar vriendin Annemarie die al beppend 25 baantjes trekken met de snelheid van een slak met spierpijn. Nee, duwen mag ook niet, ook niet stiekem. Wat ik toch deed, een venijnig snel schopje, onder water, want de dames blokkeerden de hele baan en ik wilde mijn voorgenomen 30 baantjes op Olympisch niveau voltrekken. 

Little did I know, want na 3 baantjes hing ik amechtig hijgend aan de kant, wachtend op mijn paars aangelopen dochter. ‘Ik walg van mensen’, hijgde die. ‘Ik heb best sjans hier’, snakte ik naar adem. ‘Ja, omdat het ouwe lijken zijn’, zei mijn dochter liefdevol. Ik knikte vriendelijk naar een opdoemende walrus. ‘Zit je nou serieus te flirten’, vroeg S vol afgrijzen. ‘Dat was de schoenenboer’, zei ik.

Na een half uur klommen we het bad uit en liepen semi-nonchalant langs de 2 jonge, gestroomlijnde badmeesters. ‘Houden jullie het voor gezien?’, riep de mooiste. Even wilde ik nog iets semi-cools antwoorden, want zoiets zit in je systeem, een systeem dat ooit, 40 jaar geleden is opgebouwd, toen je nog een zandloper was en de badmeesters je niet uitlachten maar nakwijlden. Wie houd je hier voor de gek, dacht ik nu en riep: ‘Het zwaarste half uur in mijn leven!’ Wat natuurlijk ook weer onzin was.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten