Ik had al een tijdje geen date meer gehad en omdat ik mij vast had voorgenomen om dit jaar een nieuwe liefde te vinden, werd het hoog tijd. Ik heb een eigenaardige manier van selecteren. Een al te knap uiterlijk werkt bij mij in het nadeel van de getoonde waar. Te glad, te mooi, te jeugdig, ik geloof het gewoon niet. En als ze wel te goeder trouw zijn, dan vraag je je af wat zo’n knapperd op Tinder doet. Dat dit geen enkel wetenschappelijk fundament heeft, weet ik wel, want ik ben ook bijzonder knap (om maar te zwijgen over mijn weergaloze charme en sprankelend verbaal vermogen), maar nog steeds manloos. Hoe dan ook, een knap uiterlijk van een man is bij mij geen pré, ook omdat ik de ouderwetse opvatting hanteer dat te veel ijdelheid bij mannen niet mannelijk is en het één vaak het gevolg is van het andere. Ik kies mijn mannen op basis van oogopslag, kledingkeuze en het aantal aanwezige tattoos, maar zeker ook op tekst. Even kort door de bocht: mannen doen dit niet. ‘Ik zei nog zo, geen second love, geen BDSM, geen ONS, kun je niet lezen?!’ (indien u niet bekend bent met deze termen, gelieve contact op te nemen met schrijfster dezes voor een nadere toelichting), maar nee, mannen kunnen niet lezen. Ze swipen op basis van uiterlijk alleen.Ik had twee op het eerste gezicht leuke matches. Nummer 1 zag er wat frommelig uit, was dus zeker niet te ijdel, en werkte in het onderwijs. Hij sprak leuk, al ging het voornamelijk over hemzelf (alarmbel!) en leek er al gauw sprake te zijn van een flinke dosis hyperactiviteit (beroepsdeformatie). Ik had de afspraak al gemaakt toen ik erachter kwam dat meneer maar liefst 11 jaar van zijn leeftijd had afgelogen. Dit verklaarde meteen waarom hij zo vaak thuis was en niet in een klaslokaal en ook waarom hij er zo verkreukeld uitzag, de man was gewoon met pensioen. Hij bleek niet te kunnen begrijpen waarom ik ons contact niet langer wilde voortzetten. Het was maar één leugentje, zei hij, hij wilde zijn marktwaarde verhogen, meer niet. Nummer 2 dan maar. Een man die zelfs na terdege uithoren niet te googlen bleek (alarmbel!), maar een goede Romeinse neus had en onder de flamboyante hoed een volle kop grijze krullen. We spraken af in –hoe cliché- een Van der Valk hotel. Niet heel gezellig, maar ik had geleerd van mijn fout om een lokaal pand te bezoeken en voor een trip naar een verderop gelegen provinciestad was ik te moe. De goede man bleek een reus van ruim 2 meter te zijn en was daarnaast eigenlijk net wat te knap, vond ik. We hadden een genoeglijke avond. Hij toonde interesse in mij en ik in hem. Ik vond hem sexy en gooide alle trucjes die een vrouw zo tot haar beschikking heeft in de strijd: ik zwiepte mijn haar van links naar rechts, lachte om al zijn grappen, hield mijn buik 120 minuten en 47 seconden lang in en raakte hem veelvuldig aan op zijn arm en zelfs heel gewaagd op zijn bovenbeen. Na 2 uur wilde hij weg. Dat vond ik een veeg teken, niet eerder had een man eerder weggewild dan ik. Hij escorteerde me heel netjes naar mijn auto en boog zich tegen mijn verwachting in diep voorover om me te zoenen. Hij zoende goed. Zacht, voorzichtig, niet te nat en met een goede opbouw naar wat meer passie. Mijn bril besloeg ervan. ‘Gauw weer afspreken?’, vroeg hij. ‘Gauw weer afspreken’, knorde ik tevreden.
Eenmaal thuis wachtte ik op zijn berichtje. Zo gaat dat. En zo hoort dat. De man reageert eerst, de vrouw antwoordt. En als dat ouderwets is, so shoot me! Na een uur of wat appte hij: ‘Ik vond het gezellig en je zoent fijn’. Ik zei hetzelfde terug.
Daarna hoorde ik niks meer. Radiostilte. Ik wachtte een week. Toen appte ik. ‘Hé.. (casual toon), alles goed? Ik hoor niks meer van je…’. Tja, antwoordde hij. Dat lag toch echt aan mij, hoor, mopper, mopper. ‘Huh, hoezo dan?’, vroeg ik dommig. ‘Nou, zei hij weer, ik had NAMELIJK helemaal geen enthousiasme getoond!
Excuse me? Niet genoeg enthousiasme?! Ik spreek af in een fucking Van der Valk, ik gedraag me als een Salomé van 59, ik heb zelfs mijn feestondergoed aan. Ik laat de man me naar mijn achterlijke gebutste autootje escorteren en kus hem vol op de bek. Hoeveel enthousiaster kun je zijn! Wat had ik moeten doen? Zijn voeten kussen? Een ode van 6 kwatrijnen aan hem opdragen? Pretfoto’s sturen? Ik had het kunnen weten. Te knap. Ik zei het toch. Wat een ijdele kwast!
Ik app mijn broer. Hij is altijd extreem (en zelfs een beetje ziekelijk) nieuwsgierig naar mijn amoureuze perikelen, maar wil me nog wel eens bijsturen als ik te veeleisend of vrouwelijk onlogisch dreig te worden. ‘Ik stop ermee’, zeg ik. ‘Ik geef het op. Liever alleen sterven dan met zo’n psychiatrisch belast type waar Tinder het patent op schijnt te hebben.’

Geen opmerkingen:
Een reactie posten