woensdag 3 mei 2023

Bestolen

We wilden net aanbellen, mijn collega en ik, toen mijn telefoon overging. Het was een onbekend nummer maar mijn zesde zintuig zei dat ik 'm moest opnemen. Ik hoorde direct aan haar stem dat er iets mis was. Een octaaf hoger met een lichte trilling erin. Ik moet dan rustig blijven, want in het verleden zijn er dingen gebeurd waardoor mijn waarschuwingssysteem voorgoed en vrijwel constant op standbye staat. "Mijn telefoon is gestolen", zei ze. Geen bloed, dacht ik opgelucht. Gejaagd ging ik in gedachten langs wat er allemaal moest worden stopgezet. Geld, geld, dat was het belangrijkste sinds een of andere commerciële onverlaat had bedacht dat het handig is om met je telefoon te kunnen betalen. "Bel de bank", riep ik, en toen moest ik echt bij mijn klant naar binnen.

Ik zat er niet lekker. Een uur lang functioneerde ik op de automatische piloot: ik knikte emphatisch, vertaalde emotionele uitbarstingen naar praktische feedback, wisselde kaartjes en afspraken uit met de andere agogen, en tegelijkertijd bedacht ik op mijn gebruikelijke paniekerige wijze wat er allemaal nog moest gebeuren. Mijn dochter intussen had mij en mijn doemscenario helemaal niet nodig. Ze was samen met haar vriendin naar de stationspolitie gegaan, had een afspraak voor aangifte doen gemaakt, de bank gebeld om haar betaalapp te blokkeren, en had toen met enkele simpele handelingen via Icloud haar Iphone op non actief gezet, inclusief het online betaalsysteem. Het enige wat ik die middag nog hoefde te doen was de simkaart blokkeren.

Toen ze thuiskwam was ze moe. Ze wilde het er eigenlijk niet meer over hebben, zei ze, maar ze zei ook dat ze vond dat ik recht op het hele verhaal had. Hij had heel kort heel dicht achter haar gelopen, net toen ze haar telefoon even in haar jaszak deed om haar ov-pas te scannen bij het stationspoortje. Dat gebeurde wel vaker, zei ze, als ze zonder kaartje wilden reizen en direct met haar naar binnen wilden lopen. "Boeie", zei ze. Maar nu verdween hij nog voor ze goed en wel door het poortje heen was. Ze keek om en zag hem gehaast weglopen. Ze voelde direct in haar zak. Leeg.

Hoe zag hij eruit?, vroeg ik aan het eind van haar verhaal. Ze aarzelde even. "Ja, weet je, ik kan er ook niks anders van maken, maar zeg nou zelf, ze roepen het over zichzelf af, hè, want ja, het was een lichtgetinte jongen, met een halflange zwarte jas aan, en zwarte krullen die aan de onderkant waren opgeschoren." Kan ik er wat aan doen, leek ze te zeggen, en liep weg. 's Avonds bestelden we een nieuwe telefoon en bakte ik een stuk of wat pannenkoeken. Want dat had ze wel verdiend. De Jongen kwam ook nog even kijken. En troosten. Maar ze had het inmiddels helemaal gehad met dat volwassen en begripvolle gedrag, dat was duidelijk. "Naar de Mac?", stelde ze hem voor. "Jij betaalt, want ik heb geen geld."

Vandaag vertelde ik de afloop van het verhaal aan mijn collega. Toen ik over het signalement vertelde, lachte hij en zei: "Je hebt haar netjes opgevoed." Ik dacht aan haar vader, toen hij haar s'avonds belde: "Ik hoop dat hij kanker krijgt", had hij gezegd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten