Vorige week was mijn ex jarig. Hij werd 56. Sinds de scheiding 7 jaar geleden stuur ik hem op deze dag altijd een berichtje. Ik ben namelijk zeer haatdragend, maar doe alsof ik volwassen en vergevingsgezind ben, voor de kinderen ja. Mij feliciteert hij vaak niet of 1 minuut voor middernacht, opdat ik niet vergeten zal dat hij nooit aan mij denkt. Het leven wordt opgedeeld in fases. Zeven jaar is zo'n fase, the seven year itch natuurlijk, als veel relaties stranden, maar misschien staat 7 jaar ook voor rouw en verwerking. Want het is ineens weg. De haat, het verdriet, het gemis, de wrok, de behoefte aan wraak. Al wat overblijft is de melancholie, van wat was en niet meer is. Als ik naar zijn beeltenis kijk voel ik niks. Een heel klein beetje verachting nog, verbazing ook, maar geen boosheid en geen liefde. Zelfs geen fysiek verlangen. Helemaal onverschillig ben ik niet, dat zou een leugen zijn. Ik gun hem zijn witte bonusfamiljen nog steeds niet, na alles wat er is gebeurd. Een beetje karma was leuk geweest, een teken van boven dat er meer is tussen hemel en aarde en dat recht zal zegevieren. Maar toch, daar ben ik mooi vanaf, denk ik nu zelfs.
Ons laatste contact was van 14 november jl. Ik zei iets wat hij niet leuk vond en hij reageerde daarop met de woorden: 'Géén berichten meer van je, graag'. Het werd de eerste keer dat ik hem niet feliciteerde met zijn verjaardag, want ik ben een goed verstaander. Na 7 volle jaren kan hij nog steeds niet normaal reageren als hij mij ziet of spreekt. Hij weet zich met zijn houding geen raad en bij elk gesprek, hoe klein ook, is hij het die bepaalt welke richting het uitgaat en vooral, wanneer het klaar is. Ik moet verder, zegt hij dan, liefst midden in mijn zin, houdoe. Ik ben druk. Druk, druk, zegt hij, als ik iets wil bespreken over onze gezamenlijke kinderen. Bel me. Nu!, zegt hij als het andersom is. Ik vond het ineens genoeg.
Gisteren kwam hij de jongste halen voor hun jaarlijkse nieuwjaarstraditie, een wandeling en het eten van een ijsje. Ze was jarig geweest, maar hij bracht geen cadeau mee. Zij wel voor hem, ik zag 2 pakjes liggen, ingepakt met kerstpapier. Hij komt nooit binnen, maar sinds enige tijd heeft hij prostaatproblemen. 'Even plassen', is zo'n beetje de enige tekst die ik nog van hem krijg.
'Wat duurt dat lang', zei S.
'Ik kan dat uitleggen', zei ik.
'Doe maar niet', zei zij.
Hij voelde het nu als zijn plicht om binnen te komen. Ik zat aan tafel en las een stuk over het verdwijnende antiquariaat. In Den Haag zat er een met de naam Colette, waarom wist ik dat niet.
Hij voelde het nu als zijn plicht om binnen te komen. Ik zat aan tafel en las een stuk over het verdwijnende antiquariaat. In Den Haag zat er een met de naam Colette, waarom wist ik dat niet.
'Hey, de beste wensen, hè', riep hij quasi nonchalant, alsof ik een van zijn collega dokwerkers was. Ik keek op, al even quasi verward, oh, ben jij het, zoiets.
'Ja, jij ook de beste wensen', zei ik. Ik kreeg nog net geen boks, zoals van de buurman de avond tevoren, terwijl hij intussen zijn zelfgestookte Grand Marnier in mijn gezicht ademde.
All's well that ends well, dacht ik toen ze weg waren, maar wat moet ik nu. Wie moet ik nu haten? Waar moet ik heen met mijn ergenissen? Eindje rijden? Naar de meubelboulevard? Ruzie maken op sociale media? Wat een ledigheid. In de gang zag ik haar cadeau voor hem liggen. Het was niet geschikt voor zijn telefoon, zou ze later zeggen. Je kon zo goed liegen, dacht ik, liegen over werktijden, vrouwen, geld. Waarom niet gewoon accepteren en zeggen: 'Wat fantastisch, die had ik nog niet.'
Oké, toch nog een beetje haat. Gelukkig maar.
All's well that ends well, dacht ik toen ze weg waren, maar wat moet ik nu. Wie moet ik nu haten? Waar moet ik heen met mijn ergenissen? Eindje rijden? Naar de meubelboulevard? Ruzie maken op sociale media? Wat een ledigheid. In de gang zag ik haar cadeau voor hem liggen. Het was niet geschikt voor zijn telefoon, zou ze later zeggen. Je kon zo goed liegen, dacht ik, liegen over werktijden, vrouwen, geld. Waarom niet gewoon accepteren en zeggen: 'Wat fantastisch, die had ik nog niet.'
Oké, toch nog een beetje haat. Gelukkig maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten