dinsdag 7 december 2021

Zon

Ik had voor de zoveelste keer slecht geslapen en zag in mijn troosteloze thuiskantoor de asgrauwe, bloedeloze maandag traag en somber aan me voorbijtrekken. Er was geen vreugd uit mijn werk te halen en even leek het alsof, zoals een collega het noemde, het gras zo’n beetje overal groener was dan bij ons. ’s Avonds ging ik vroeg naar bed, in de hoop dit keer een fatsoenlijke nacht te draaien. Als inleiding pakte ik het boek dat op de onbeslapen kant van mijn bed lag. Maar Dorrestein helpt niet om je humeur op te krikken en weer sliep ik slecht, de 5e nacht op rij. Om half 9 in de ochtend reed ik mijn dochter naar de huisarts en vervolgens ook maar even naar haar kapper in het nabijgelegen dorpje H. ‘Neem toch een pilleke’, adviseerde ze, ‘of steek een dikke toeter op’. Als een zombie reed ik terug, maakte een bak sterke koffie en zette me achter mijn laptop voor weer een nieuwe dag zorg zonder bonus. Uitgeblust op dinsdag, een mooie titel voor het zoveelste boek over het falen van de zorg of navelstaarderij vol zelfmedelijden. 

Toen brak de zon door.

Om half 11 had ik een afspraak met mijn nieuwe teamleider. Jonge vent, nog vol ambitieuze en energieke plannen. Het warme ochtendlicht legde een romantisch waas over mijn scherm en paste een natuurlijk filter toe. Verdomme, ik zie er goed uit in die zwarte coltrui, dacht ik. In het volgende halfuur hoorde ik mezelf precies die woorden uitkramen waar ik zo’n hekel aan heb, begrenzen, kaderen, dat soort dingen – en ik was trots op mezelf.

‘Post’, zei S, gooide een pakje op de sofa achter me en verdween weer. Uit de dubbele laag vloeipapier kwam een grijs gehaakt katje van 5 centimeter hoog, grote kraalogen, het staartje gekruld om een kogelrond buikje. 'Voor mijn dierbare vriendin', stond er op het kaartje. Even later sprak een collega mij online toe. 'Ik kom bij je op bezoek', zei ze aan de andere kant van het scherm. Ze omarmden me beiden met duizend onuitgesproken woorden, met een warmte die dwars door de virtuele wereld mijn arme, oude hart bereikte. Ik knipperde met mijn ogen, de laagstaande zon was ongekend fel vandaag.

Toen S naar een vriendin vertrok in de vrolijke studentenstad U, vond ik het tijd voor patat. Van die vette, zoute, gloeiendhete patat, zoals ze die vroeger op het Waterlooplein verkochten en die toen nog patat frites heette. Mét.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten