Ik was daar vanwege een basaalcelcarcinoom op mijn rug, een bcc, zoals artsen het noemen. Een kwaadaardige vorm van huidkanker die zelden uitzaait maar wel vervolgstappen nodig maakt. Het ging om een plekje van 2,5 bij 3 cm, midden op mijn rug, gesitueerd op precies zo'n locatie waar je niet bij kan en die je nooit ziet. En omdat ik geen partner heb en de kat niks zegt, was het de masseur in Portugal die aan de bel trok. Laat daar maar eens naar kijken, had ze gezegd, maar dan in het Engels. Aldus geschiedde. De huisarts nam een biopt, de uitslag zei "nodulair bcc" en daar zat ik nu, bij dokter T. Met een loep slash lamp, een zogeheten dermatoscoop (met een prijs liggend tussen de 121 en 1.695 euro, voor wie interesse heeft), beloerde ze mijn lijf, en dan specifiek die typische vaak door de zon beschenen plekken. "Het is zo oneerlijk", klaagde ik net in haar linkeroor. "Ik zon al 40 jaar niet meer, ik haat zonnen", toen ze halt hield bij mijn neus. Daar ging ze een biopt van nemen, zei ze.
Even later lag ik op de behandelbank met om me heen twee assistentes en de Dok die allemaal naar mijn neus keken. Dit doet even pijn, hoorde ik voor de verdovingsnaald in mijn huid werd gestoken, maar ik voelde nauwelijks iets. Even later verliet de arts de kamer, over 2 weken bel ik met de uitslag, zei ze. Intussen probeerden de twee vrouwen het bloeden van mijn neus te stelpen maar dat lukte niet. Druk er maar even op, komen we straks weer terug, zei de aardigste. Tot maandag, riep ik nog jolig.Na een half uur was het bloeden gestopt, maar rond middernacht, mijn dochter was net in pyjama en ik poetste mijn tanden, begon het bloeden weer. En niet op een kinderachtige manier. Het gutste eruit! Begon ik eerst nog met een gaasje, na enkele minuten pakte ik een handdoek, een witte for crying out loud, en die kleurde binnen een kwartier donkerrood. Met één hand belde ik de huisartsenpost. Nog geen 5 minuten later waren we op weg, mijn kalme, daadkrachtige dochter en ik, licht hysterisch, omdat ik niet wist dat er zoveel bloed kon komen uit zo'n klein gaatje.
Bij de HAP zijn we bijna vaste klant, is het niet voor mij, dan voor dochter S, want bij alles wat zich bij ons aandient is het verloop nou nooit eens normaal. En altijd op een vrijdag, ik ga nooit meer naar een huisarts, specialist of tandarts op een vrijdagmiddag, neem ik me voor.
"Hechten wordt lastig", zegt de waarnemend arts. "Ik probeer eerst dit belachelijk kleine witte bolletje dat zeker niet gaat houden." Dat laatste was natuurlijk mijn invulling en met strenge instructies (48 uur niet aanzitten, niet sporten, niet douchen, niet bewegen, niet ademen), stond ik even later weer buiten. "Hoe dan, hoe dan", kreunde ik onderweg naar huis. Naast me aan het stuur zat een bleek weggetrokken kind met donkere kringen onder haar ogen. Ze was al vanaf 6 uur op, vaste prik nu ze in Leiden studeert, en moest de volgende dag werken. "Van een redelijk normaal hoofd in de ochtend naar een ronde beige pleister in de middag naar deze wanstaltige witte clownsneus in de nacht, hoe dan?!"
In het weekend boeit het me totaal niet hoe ik eruit zie. Trainingsbroek, gympen, fleecevest, niks is me te dol, als het maar lekker zit. Dat geldt op de een of andere manier niet voor mijn gezicht. Ik ga nooit zonder make-up de deur uit, nooit zonder lenzen, nooit zonder parfum. Wat er ook gebeurt, een ramp, een oorlog, ik stink niet en heb altijd lippenstift op. Nu moest ik boodschappen doen. Bang voor bekenden was ik niet, maar het algemene oordeel, de steelse blikken, de afkeur, de walging, dat vreesde ik bijna meer dan de uitslag van het biopt zelf. Om 4 uur zag je me gaan, de leesbril op standje sinterklaas als afleidingsmanoeuvre, diep weggedoken onder de brede capuchon van mijn Britse regenjas. Schichtig sloop ik door de Dirk. Haastig gooide ik mijn boter, melk, kaas en eieren in mijn kar. "Hallo", siste ik tegen de vrouw van de zelfscancontrole. Op het plein was een feest aan de gang. Jonge gezinnen, kinderwagens, loopfietsjes, springkussens en vapende jongeren die dit alles spottend bekeken. Toen ze mij zagen, wezen ze, joelden, nee, scandeerden ze: "Ha, ha, lelijke oude vrouw, durf jij zo wel over straat?!"Morgen mag ik de pleisters erafhalen. 'Als het weer gaat bloeden: hechten', staat er in mijn dossier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten