Wat boeken betreft ben ik mijn vader geworden. Op mijn bed, mijn nachtkastje, mijn bureau, overal liggen boeken waaraan ik ben begonnen, maar die nu vergeten wachten tot ik ze weer oppak. Niets lijkt me nog te boeien. Ik zoek naar dat ene boek dat je in één ruk wil uitlezen, zoals vroeger. Ik probeer van alles. Arnon Grunberg en Adriaan van Dis liggen zij aan zij met John Cleese en Bruce Springsteen. Opengeslagen, of met een vouwtje in de laatst gelezen bladzijde. Maandenlang, tot ik ze uiteindelijk dichtsla en in de kast leg. Voor later, zeg ik dan, als ik meer tijd heb, want ik schaam me voor al die uren die ik moeiteloos kan doorbrengen op social media.
Maandag plukte ik op kantoor Het Pauperparadijs uit de leesbak. Ik las de eerste pagina. Mmm, dacht ik. Op de achterflap aanprijzingen, de een nog mooier dan de ander. Als ik die avond in bed lees over lanen die gestoffeerd zijn met groen dat zich lang geleden in het landschap heeft genesteld, leg ik het weg. Op bladzijde 23. Moet ik mezelf dwingen, zoals bij Max, Misha en het TET offensief, mijn coronaboek? Of toch maar weer lui en verwend teruggrijpen naar Colette? Het ligt aan mij, dat weet ik heus. Ik ben een oude vrouw met de verwachtingen van dat kind dat maar niet wil vertrekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten